vrijdag 14 september 2012


Ik ben een paar maanden geleden naar drie tentoonstellingen geweest die te maken hadden met de Nederlandse schilderkunst uit de zeventiende eeuw en ook uit vroegere eeuwen.  De eerste was in het Frans Halsmuseum in Haarlem. Mijn moeder had in De Wereld Draait Door een Amerikaanse schilder gezien die zich voor zijn werk liet inspireren door Nederlandse schilderijen uit de zeventiende eeuw. We gingen op een vrijdagmiddag. Veel bezoekers kozen voor de koptelefoon, waarmee
je door de tentoonstelling geleid wordt, maar dat leek me minder gezellig. Ik was samen met mijn moeder en dan is het juist leuk om met elkaar te delen wat je opvalt. Anders kan je net zo goed alleen gaan.
Het was een poos geleden dat ik samen met mijn moeder naar een tentoonstelling ging. We zijn samen naar Oostende geweest om het huis van James Ensor te bekijken, we hebben van de grote overzichtstentoonstelling van Charlotte Mutsaerts in Haarlem genoten en we zagen ook een keer iets vaags constructivistisch met veel strepen in De Hallen in Haarlem. Oh ja, en die dromerige foto's van schepen van hoe heet ie ook al weer. Waar ook schilderijen van een vrouw hingen waar bijna niks op te zien was, waar zij een hele ingewikkelde theorie over had samengesteld, die bij ons het ene oor in en het andere oor uit ging. Zoals dat wel vaker gebeurt met theorieën over kunst.

Er staan op het moment dat ik dit schrijf vier grote zwarte auto's aan de gracht geparkeerd, bij mij aan de overkant. Is daar een theorie over te maken? De kleur zwart heeft associaties met de dood. Is er vandaag iets met dood? Ik heb net uitgebreid de overlijdensadvertenties in de zondagskrant gelezen. En ik hoorde een paar dagen geleden dat de oudste zus van mijn vader is overleden en ook al gecremeerd. Ze werd 92 jaar, even oud als de moeder van mijn vader werd.

Een half uur later. Er staan nu nog maar twee zwarte auto's aan de overkant. Wat heeft dat te betekenen?
Er rijdt een fietser voorbij. Er lopen twee mensen langs, een man en een vrouw. Er zit een piepklein vogeltje in de kale takken van de boom voor mijn huis. En nog eentje. Twee vogeltjes hippen van tak naar tak. Er rijdt een witte auto over de gracht met Focus koeriers op de zijkant geplakt. Een vrouw in een zwarte jas opent de een na laatste zwarte auto en gaat achter het stuur zitten. De auto rijdt iets naar achteren en vertrekt dan naar voren. Nu staat er nog maar 1 zwarte auto. Er zijn drie parkeerplekken leeg. Het is maandagochtend.
Een rokende man loopt snel over de stoep, bukt zich en raapt wat op.
Z'n sigaret was gevallen. Nu loopt hij rokend verder.
Wat heeft dat te betekenen?

Kijken naar wat er is. Observeren. De laatste zwarte auto is vertrokken zonder dat ik het zag. Nu rijdt er een grote grijze auto voor het huis, een Kia zie ik. Er knippert een oranje achterlicht aan de rechterkant. Ik zie een vrouw uit de auto komen. Boven is gestommel te horen en nu wordt de voordeur dichtgeslagen. En het portier van de auto. De auto schommelt een beetje en rijdt weg. Boven zijn nog steeds voetstappen te horen. Ik kan bedenken wie er mee is gereden, de man of de vrouw, maar dat is speculatie. Ik kan ook verzinnen waarom iemand is opgehaald. Misschien moest er iemand naar het ziekenhuis. Het is pas zeker te weten als een van de bovenburen mij precies vertelt wat die vrouw in die Kia kwam doen. Alles wat ik erover kan vertellen, blijft een verzinsel uit mijn brein, een interpretatie van een aantal feiten die voor mijn neus plaatsvonden.

Dat gaat ook op voor het bekijken van schilderijen. De meeste tentoonstellingen zijn samengesteld door mensen die kunstgeschiedenis hebben gestudeerd. Zij zijn gewend naar schilderijen en tekeningen te kijken met een blik die wordt vergezeld door een hoofd vol kennis. En omdat ze die studie hebben gevolgd, en nu in een museum werken als conservator of curator, willen ze aan iedereen laten zien dat ze veel weten. Daarnaast willen ze tentoonstellingen organiseren om veel publiek te trekken. Er worden dus steeds weer nieuwe concepten bedacht om de bestaande collectie nieuw leven in te blazen. Daar is zo op het eerste gezicht (eigenlijk zou ik hier het woord 'brein' moeten gebruiken) niks op aan te merken. That's the way the cookie crumbles. Alleen krijg je soms wel hele vergezochte concepten. En met steeds meer publiek wordt het bezoeken van tentoonstellingen er ook niet aangenamer op. Maar goed, ik wil hier geen litanie gaan houden. Liever een elegie.

Er hangen kleine witte wolkjes in een zeer lichtblauwe lucht. En die lucht zag ik een paar dagen geleden ook in het schilderij van Ruysdael Gezicht op Haarlem weer zo stilmakend mooi geschilderd. En dat vind ik altijd het meest bijzondere. Er hangt van alles en nog wat in zo'n zaal, en dan zie je opeens iets waar je stil van wordt. Zo zag ik opeens hoe werk van Rembrandt er qua kleur en compositie uitspringt vergeleken bij andere schilders uit diezelfde tijd. Hij gebruikt meer bruinen en witten, en zijn composities zijn heel eenvoudig.

(wordt vervolgd)

zaterdag 3 maart 2012

Oog, hart, hand

Net een televisieprogramma over filosofie gezien. Het ging over Montaigne die werd vergeleken met een moderne blogger, omdat hij schreef over dagelijkse dingen en het persoonlijke niet uit de weg ging. Het maakte me nieuwsgierig naar zijn werk en ik ga bij de blibliotheek zijn Essays lenen. In de filosofieboeken die ik in mijn bezit heb, wordt hij maar heel sporadisch genoemd en geciteerd, waarschijnlijk juist omdat hij het alledaagse niet schuwde. Veel filosofen schrijven heel abstract waardoor ze niet om door te komen zijn. Toen ik filosofie studeerde, als onderdeel van de Levensbeschouwing, Kunst en Kultuur-studie die ik volgde, in 1991, vond ik het niet zo inspirerend dat de teksten zo abstract waren. Ook viel het me zwaar dat er alleen mannelijke filosofen werden behandeld. Nu zal dat wel wat veranderd zijn, neem ik aan, hoop ik. 'Que sais-je?' is een uitspraak van Montaigne die me erg aanspreekt. 'Wat weet ik?' Of nog sterker: 'Wat weet ik nou werkelijk?' Het is een goeie vraag, maar ook beperkt, omdat er geen gevoel uit spreekt. Het is alleen verstandelijk. En als je die vraag stelt, stopt alles. Je kunt niet meer verder. Je wordt stil. En in die stilte ontstaat er ruimte voor gevoel. Van de week zag ik een documentaire over de schilder David Hockney (je ziet, er zijn soms best interessante programma's op tv) die vertelde over zijn motto bij het schilderen: 'Eye, heart, hand.' Dat had hij bij de Chinezen opgepikt. Je ziet iets met je ogen, je wilt het tekenen of schilderen, daar heb je je hand bij nodig, maar het wordt pas wat als je hart ook meespeelt. Je gevoel dus. En dat is iets wat bij filosofie vaak ver te zoeken is. Vandaar dat ik het woord 'abstract' noemde. Te abstracte waarheden ontbreekt het meestal aan een hart. Hockney schilderde weer gewoon naar de natuur. Hij stond met zijn schildersezel midden in een bos en schilderde de bomen. Er kwam bijna niemand daar. Waarom schilderde hij die bomen? Omdat hij ze mooi vond. Als je iets mooi vindt, raakt dat je hart. Zuiver rationeel beschouwd staan bomen maar te staan en ze bloeien en ze worden kaal en dat gaat zo eeuwen door. Je kunt er onder zitten, ze geven schaduw, en ze geven zuurstof af aan de omgeving. Echt nuttige dingen, dat is zeker. Maar als je er naar kijkt, en ze natekent, dan zie je steeds meer, en dan wordt je hart er steeds meer door geopend.
Om de schoonheid van de natuur God te noemen, is maar een kleine stap. Ik hou ervan, maar ik begrijp ook dat er mensen zijn die dit tegen de borst stuit. De naam van God is te vaak misbruikt, in hun ogen. Maar ik denk dat al het goede het risico loopt misbruikt te worden. Dat is inherent aan ons menszijn. Dieren doen wat ze doen in alle onschuld. Mensen doen ook wat ze doen, maar de onschuld is verdwenen. Maar als je je door schoonheid laat leiden, kan die onschuld weer een plaats krijgen. Ik heb wel eens geschreven: 'We moeten nieuwe ogen maken, de oude voldoen niet meer.' Nieuwe ogen betekent opnieuw kijken, beter kijken, meer met je hart kijken. En dan ga je van 'Que sais-je?' naar 'Que sens-je?' Wat voel ik? zie ook Wikipedia over Montaigne

vrijdag 3 februari 2012

Daily walk 5, van 14.30 tot 17.30 uur. Vandaag ben ik in de stad gaan wandelen, omdat ik een cadeautje voor een vriendin van mij wilde kopen. Ik zag op de hoek van een drukke winkelstraat een gedicht wat me nog nooit eerder was opgevallen.
lees meer over de dichter Poot

dinsdag 31 januari 2012





Daily walk 4, van 14.30 tot 16.30 uur.
In Theeschenkerij Het Rieten Dak is het een geklets van jewelste. De zon schijnt, hele groepen zijn erop uit getrokken, al dan niet bewapend met Nordic Walking stokken, om te genieten van een wandeling door de vrieskou. Ik heb een tafel gevonden in een hoek met uitzicht op bomen en riet, en de Nederlandse vlag die uitbundig wappert in de wind ter ere van de verjaardag van onze koningin Beatrix. Ik hoor alleen gepraat, ik zie het niet en dat scheelt. Terwijl ik meestal nooit met mijn rug naar mensen toe ga zitten, omdat me dat een onveilig gevoel geeft. Overzicht moet ik hebben, met de o van ogen. Ik moet iedereen in de gaten kunnen houden, maar waarom eigenlijk? Ik heb er toch geen invloed op. Dus nu zit ik vaker met mijn rug naar alle drukte en ik merk dat het minder vermoeiend is om alles te horen dan om alles ook nog te zien. Grappige ontdekking. Klinkt ook logisch, want zo zijn er minder prikkels.







maandag 30 januari 2012

Not so daily walk 3, 14.15 tot 17.30 uur

En nu gaat het toch nog vriezen en sneeuwen. Vandaag dik ingepakt zag ik het eerste ijs van het jaar, witte, glanzende stukjes ijs in ondiep, stilstaand water. Maar ook sloten zijn al bevroren. Ik liep er langs op de weg naar Uylenburg, een landelijk restaurantje waar ik muntthee dronk en een groot bord geitenkaas salade verorberde met heerlijk maisbrood en uitzicht op tientallen mussen, eenden en kleurige sierkippen met poten vol veren. Ik vind het heerlijk om zo buiten te lopen, foto's te maken en dan ergens neer te strijken voor iets warms.
Elke dag is anders. Ook al lijkt het van niet. Als je wandelt, zie je veel meer door het langzame tempo. Dat saaie, grijze voetpad krijgt allerlei interessante details van gebroken patronen. Boomstammen zitten vol kleuren en vormen. Zelfs asfalt paden hebben soms gekleurde stukjes erin. Hieronder een keuze uit de foto's die ik vandaag onderweg maakte.















donderdag 26 januari 2012

Daily walk 2 van 14.15 tot 16 uur


M'n haar is nog nat terwijl ik dit schrijf. Op de terugweg goot het opeens hard. Mooi zijn dan de kringen op het water en de glanzende boomstammen. Ik liep weer dezelfde route heen. En zag in het water van de Kantoorgracht ook al een hele pluk afval drijven. Ik denk dat het allemaal nog van de jaarwisseling is. Al die flesjes en blikjes.
Aan de overkant op het bouwterrein zag ik een zwarte kat achter een gele bouwloods aan de waterkant zitten. Verderop zaten twee ooievaars vlak langs de A13, maar het was te ver weg om er een foto van te nemen.
Ik ben nu wat verder langs het water gelopen en heb in Het Rieten Dak een kop thee gedronken en een stukje appeltaart gegeten. Er waren maar een paar mensen, maar toch staat er op elke tafel een kaarsje te branden naast een lief, klein glazen vaasje met een lichtroze roos erin. Staat erg uitnodigend en verzorgd. Ik schreef daar het volgende:


Bomen vallen eigenlijk veel te weinig op in het straatbeeld. Ze zouden wat meer kleur moeten hebben, of veranderen van kleur. Alleen zouden het dan geen stille bomen meer zijn, maar dynamische, eigentijdse pilaren die binnen een half jaar vol geplakt zijn met reclameboodschappen. Nee, laat ze maar zo mooi stil en bruin en groen, en wit als het een berk is, staan te staan, als onopvallende getuigen van de menselijke ondernemersgeest.

Bewerkt met Paintshop



Terwijl ik terugliep in een steeds harder stromende regen, hoorde ik steeds het hoge gekrijs van groene parkieten terwijl ze hoog in de lucht van boom naar boom vlogen. Langs het water van de Vliet stond roerloos een kleine reiger aan de kant. Daar heb ik een filmpje van gemaakt. 292 woorden waren dit. Zegt het programma Ommwriter waarmee ik dit stukje heb geschreven. Nu zijn het er 306. En nu 313. En zo kan ik nog eeuwen doorgaan.




Knotwilg in het riet 2




de troep in de kantoorgracht

woensdag 25 januari 2012

Daily walk 1 van 14.15 tot 15.45 uur


Anderhalf uur dus, en het was voornamelijk droog met zo af en toe wat heel fijne motregen. Er waren al veel knoppen te zien in struiken en bomen en ik zag twee hardgroene parkieten in een hoge boom. Ik liep langs de Verwersdijk en ging aan het eind rechts de Kantoorgracht op. Passeerde verschillende ronde tafels met oudere mensen eromheen en daarna zag ik in een andere setting baby's over de grond kruipen. Overstekend liep ik de Plantagebrug over en nam het zandpad rechts dat vlak langs het water loopt van de straat die Aan 't Verlaat is genoemd. Nog een drukke weg over en weer langs een zandpad met links de wat troosteloze nieuwbouw van het Sint Joris. Het viaduct van de drukke A13 onderdoor, en dan de weidsheid van het Delftsche Hout met het lichte riet achter het bruggetje en de eerste knotwilgen. Ik besluit een foto te maken van een knotwilg in het riet en zie dat er overal lege flesjes en blikjes in het riet liggen. Er liggen ook hele plastic zakken, en ik zie een rode handschoen. Daar maak ik ook foto's van. Ik weet niet wie er verantwoordelijk is voor de schoonmaak van dit water. Wel weet ik dat al dat plastic heel gevaarlijk kan zijn voor de watervogels die hier zwemmen. Ze kunnen stukjes plastic binnenkrijgen en erin stikken.
Knotwilg in het riet 1
en dit zijn 'de lege flesjes'-foto's:
Op de website van de gemeente staat een heel stuk over het Delftse Hout klik hier om het te lezen Ik heb de gemeente het volgende briefje gestuurd: Goedemiddag, ik maakte vandaag een wandeling langs het water van Aan 't Verlaat, en er ligt aan de kant zeer veel plastic afval, zoals lege colaflesjes, kartonnen pakjes, losse plastic zakken. Zie voor foto's: http://flodorovski.blogspot.com Graag hoor ik van u wie hiervoor verantwoordelijk is. Het is nogal alarmerend vind ik.