Ook al is het nog zo'n grijze dag, er is toch altijd licht te ontdekken. Veel meer dan je zou denken als je de deur uitstapt. Gisteren was het een volledig grijze dag. De zon liet zich niet zien. En tegen de middag begon het ook nog zacht te miezeren. Gelukkig heb ik een jas met een capuchon. Die heb ik expres aangeschaft met het oog op ons weer, want ik ben geen paraplumens. Altijd zo'n ding meesjouwen is niks voor mij en trouwens, als ik er wel eens eentje heb, laat ik hem altijd ergens staan. De capuchon zit gewoon vast aan de jas.
Daar kun je van op aan.
Gisteren was ik in Scheveningen. Door het druilerige weer was er haast niemand op het strand. Er liep een vrouw met twee hondjes die sprekend leken op mijn vroegere hondje Maupie. Een jongen ging met zijn plank het water in. Ik maakte een fikse wandeling langs dit bijna verlaten strand en vermaakte me met de parmantig lopende en hippende zwarte kraaien die op zoek waren naar lekkere hapjes in de schelpen. Zo zag ik een kraai uit een mosselschelp pikken. Nooit geweten dat kraaien mosselen eten. Het lijkt een vreemde combinatie.
Daarna at ik een Griekse salade aan een tafeltje van de Waterreus, uit de verte een zeer chique uitziend strandpaviljoen onder de rode vuurtoren. Van binnen bleek het een eenvoudig ding te zijn, maar de salade kostte 8,95 euro en dat kun je toch niet echt een eenvoudige prijs noemen voor wat sla, olijven, tomaten en stukjes fetakaas, of is dat normaal?
De Keizerstraat door het oude centrum van Scheveningen voerde me langs ontelbaar veel winkeltjes en restaurants terug naar de halte van tram 1. Deze verbinding tussen Scheveningen en Delft is ideaal. Je ziet een heel stuk van Den Haag, rijdt langs de Vijverberg en het Vredespaleis en dan ga je via het mooie Statenkwartier Scheveningen binnen, het dorp met de vele gezichten. Er is een lelijk gezicht rond het Kurhaus, hoewel ik blij ben dat het Kurhaus nog wel bestaat. De boulevard vond ik altijd wel okay, lekker breed en lang, maar die schijnt niet meer te voldoen in deze tijd, daarom zijn ze druk aan het verbouwen. Je hebt het vissersgezicht waar je je kunt vergapen aan gigantische boten en schepen die daar aanmeren, of juist uitvaren, en dan is er het uitgaansgezicht met de Pianobar en het Kurhaus. Maar het fijnst is toch wel het vergezicht van het brede strand, de eindeloze zee en de prikkelende zeelucht en dan maar gewoon lopen tot je geen zin meer hebt. Het zijn de leegte en de ruimte die hier hun werk doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten