Today while browsing through a lot of Dutch art sites I found the site of Dutch artist Marc Mulders which philosophy of life inspires me. Here is a fragment from an article by Wilma Suto about his work and vision. Click for further reading on the title of this posting to go to Marc Mulders' website. There you will find the whole article under the section Articles. It's the first one on top.
The painterly tradition is an important source of inspiration to an artist who wants to cope with the ‘hip, empty world’ around him. Mulders has often reacted sharply in interviews, particularly when he noticed that his religion-buttressed morality was regarded as regressive. His strong aversion to social ‘banalization’, including an art which subsidies rendered ‘unmercifully artificial’, has earned him the reputation of a crusader blinded by dogmas. That hurts. ‘Because I do believe in the freedom of art’, he says, ‘for formulating a counterbalance.’ Because: ‘Religion and art both have a Weltanschauung. For example, a detached reflection on innovation for its own sake which, while we are on the subject of dogmas, characterizes postmodernism. I compare that sparseness with the wealth of religion, tradition and trade, to which I relate as heir and apprentice. This necessitates a training in humility on my part. Not a popular concept, I know, but nonetheless one of my magic words. It’s how I exorcise disorder: in a disciplined fashion, with the aid of a hierarchy’.
Vandaag trof ik tijdens het surfen over een groot aantal Nederlandse kunst websites de website van Marc Mulders aan, wiens kijk op het leven ik inspirerend vind. Hier volgt een fragment uit een artikel van Wilma Suto over zijn werk en visie. Om het hele artikel te lezen, klik je op de titel van dit stukje, om naar Marc Mulders' website te gaan. Onder het kopje Artikelen staat dit artikel helemaal bovenaan.
De schilderkunstige traditie is een belangrijke inspiratiebron voor de kunstenaar, die zich teweerstelt tegen de ‘hippe, lege wereld’ rondom. Mulders heeft zich daar in interviews vaak scherp over uitgelaten, temeer wanneer hij merkte dat zijn door de religie geschraagde moraliteit als regressief werd opgevat. Zijn uitgesproken weerzin tegen de maatschappelijke banalisering, inclusief de door subsidies ‘ongenadig artificieel’ geworden kunst, kwam hem te staan op de kritiek dat hij een kruistocht voerde, verblind door dogma’s. Dat steekt. ‘Omdat ik de vrije ruimte van de kunst juist huldig’, zegt hij, ‘voor het formuleren van een tegenwicht.’ Want: ‘Religiositeit en artisticiteit houden beide een kritische wereldbeschouwelijkheid in. Een afstandelijke reflectie op de vernieuwing om de vernieuwing bijvoorbeeld, die, over dogma’s gesproken, het postmodernisme tekent. Tegenover die schraalheid stel ik de rijkdom van religie, traditie en ambacht, waar ik me toe verhoud als erfgenaam en leerling. Dat vraagt van mij een training in nederigheid. Geen populair begrip, ik weet het, maar het is wel een van mijn toverwoorden. Zo bezweer ik de wanorde: gedisciplineerd, met behulp van een hiĆ«rarchie.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten